Gemmotherapie is een therapeutische praktijk gebaseerd op het gebruik van plantenextracten gemaakt van knoppen, de jonge scheuten van bomen en struiken. Deze knoppen worden geweekt in een mengsel van water, alcohol en glycerine (soms honing of agavesiroop).
Gemmotherapie plantenextracten worden bereid door plantenknoppen of jonge scheuten te macereren in alcoholische glycerine. Na filtratie worden deze maceraten 1:10 verdund in een mengsel van water, alcohol en glycerine.
Plantenknoppen zijn embryonale weefsels in een fase van intense celvermenigvuldiging. Ze zijn rijk aan mineralen, sporenelementen, vitaminen en groeifactoren, zoals fytohormonen (auxines, gibberellines), enzymen en het minerale sap dat de boom in de lente levert.
In de gemmotherapie worden toppen beschouwd als concentraten van de voordelen van de plant en bieden ze een planttotum, dat wil zeggen alle actieve bestanddelen van de plant.